Geloven is een woord wat in onze tijd een hoop onzekerheid uitdrukt. “Heb je het licht uitgedaan? Ik geloof het wel…”
Bij ons betekent geloven: het zeker weten en erop vertrouwen.
Geloven doe je in de kerk, zegt men.
Is dat zo? Ieder mens gelooft toch ergens in?
Als het over religie gaat, zeggen veel mensen: "Ik geloof wel dat er iets is."
In onze kerk gaan we verder. Wij geloven in een persoonlijke God. Dat doen we vooral, omdat we over Hem lezen in de bijbel.
De bijbel is voor ons een onmisbaar boek. Wij lezen er thuis uit. En zondags in de kerk. En op onze bijbelstudieclubs.
Wij geloven namelijk dat God zichzelf bekend maakt via de bijbel. En via de Here Jezus.
Toen de Here Jezus op aarde was, konden de mensen zien hoe God is. Want de Here Jezus is een mens, maar tegelijk God. Zo is het ook met de bijbel. Natuurlijk is hij geschreven door mensen. Maar in hun teksten ontdek je God zelf. Hij is de eigenlijke schrijver.
Dat merk je, als je let op voorspellingen die zijn uitgekomen. Of als je let op de manier, waarop over ons mensen geschreven wordt. Dat is zo anders dan in ieder willekeurig boek. Het kan alléén goed komen met de mensen, leert de bijbel, als ze zich laten redden door Jezus. Zo'n vernederend en tegelijk verheffend verhaal verzint toch geen mens?

In de loop van de tijd is de bijbel op verschillende manieren uitgelegd. De belangrijkste stromingen zijn de roomse en de protestantse. Onze Christelijke Gereformeerde Kerken behoren bij die tweede. Een samenvatting van wat wij geloven is te vinden in de Heidelberger Catechismus. Dat boekje is in 1563 geschreven. Vaak wordt het in onze kerkdiensten gebruikt, en ook voor het onderwijs aan onze jeugd (catechisatie).
Maar de bijbel is onze basis. Wij kunnen elkaar altijd daarop aanspreken. Ook u die dit leest kunt ons aanspreken op de bijbel. Want wat daarin staat, dat geloven wij.